Biobrandstof is brandstof die gemaakt is van biomassa. Onder deze verzamelnaam vallen verschillende soorten brandstof, die van verschillende biologische grondstoffen kunnen worden gemaakt. Het grote voordeel van biobrandstoffen is dat ze - in tegenstelling tot fossiele brandstoffen - hernieuwbaar zijn en dus nooit opraken.
Biobrandstoffen zijn er in vaste, vloeibare en gasvormige toestand. Vaak zijn het biologische alternatieven voor bestaande fossiele brandstoffen. Voorbeelden van biobrandstoffen zijn onder meer biogas, biodiesel en bio-butanol. De brandstoffen kunnen worden gemaakt van landbouwgewassen zoals suikerriet maïs, graan of palmolie, maar ook van niet-eetbare planten zoals algen, of zelfs van afvalstoffen als oud frituurvet. Biobrandstoffen van afvalstoffen vragen niet om extra landbouwgrond en zijn dus duurzamer. Toch worden de meeste biobrandstoffen op dit moment gemaakt van speciaal verbouwde gewassen.
Het grote nadeel van biobrandstof is dat het verbouwen van biobrandstoffen ten koste kan gaan van de productie van voedsel. De grond en gewassen die worden gebruikt voor brandstoffen, kunnen immers niet meer worden gebruikt voor voedselvoorziening. Dit kan leiden tot stijgende voedselprijzen en zelfs voedseltekorten in de armste delen van de wereld. In Mexico gingen een aantal jaar geleden bijvoorbeeld de prijzen voor tortilla’s over de kop toen de VS besloot maïs te gebruiken voor biobrandstof. Een ander nadeel is dat voor het verbouwen van de grondstoffen vaak nieuwe landbouwgrond wordt aangelegd, waardoor natuurgebieden en oerwouden moeten wijken. Daarom wordt er steeds meer ingezet op biobrandstoffen die niet concurreren met voedsel, zoals brandstof uit oneetbare (delen van) planten en afval.
Het grote voordeel van biobrandstof is dat het nooit opraakt. Daarnaast stoten biobrandstoffen veel minder roet, fijnstof en CO2 uit dan hun fossiele soortgenoten. Sterker nog: biobrandstoffen zijn in theorie zelfs klimaatneutraal, doordat ze bij verbranding alleen CO2 uitstoten die ze tijdens het groeien zelf hebben opgenomen uit de lucht. Daarbij wordt vaak echter geen rekening gehouden met transport, raffinage en de kunstmest die de gewassen nodig hebben. Desondanks zorgen biobrandstoffen voor een flinke reductie van de uitstoot van CO2. Volgens een richtlijn van de EU moet een biobrandstof zorgen voor een vermindering van ten minste 35% in CO2-uitstoot.
In 2020 had bijna 20% van de geleverde brandstof een biologische oorsprong. Deze biologische brandstoffen worden gemengd met fossiele benzine of diesel. Zonder dat u het merkt, gebruikt u dus nu al biobrandstof en wordt de uitstoot door autorijden kleiner. Voor biobrandstof zijn dus geen nieuwe systemen als elektrische laadpalen of elektrische auto’s nodig. Het aandeel biobrandstof kan juist geleidelijk vergroot worden.