Warmteverlies
Een woning verliest op drie manieren warmte:
Transmissie
Hoe dikker en beter geïsoleerd de muur, de vloer of het dak is, hoe kleiner het verlies van warmte door transmissie naar de buitenlucht. Ook via de ramen kan de woning warmte kwijtraken. HR++-glas heeft een lager transmissieverlies dan dubbelglas.
Infiltratie
Kieren, gaten en andere openingen zorgen ervoor dat koudere (buiten)lucht onbedoeld de woning binnenkomt.
Ventilatie
Via ventilatieroosters, open ramen en deuren en/of een mechanisch ventilatiesysteem komt koudere (buiten)lucht de woning in. Deze vorm van warmteverlies ontstaat bewust; het is een gevolg van de noodzaak om te ventileren, voor een gezond binnenklimaat. Heeft de woning een warmte-terugwininstallatie (wtw), dan is het ventilatieverlies minimaal. Als we transmissie, infiltratie en ventilatie bij elkaar optellen, kunnen we het totale warmteverlies berekenen. Om de berekening van het benodigde vermogen compleet te maken, moet er nog één factor worden toegevoegd: Opwarmtoeslag, als de thermostaat voor langere tijd omlaag gedraaid is, heeft de verwarming (extra) vermogen nodig om de woning weer op temperatuur te brengen. Dat extra vermogen is de opwarmtoeslag.