Duurzaam gluren bij bekende buren: Gwen Jansen

Je werkt bij Milieu Centraal en maakt films en tv-programma’s over duurzaamheid. Houd je je al je hele carrière met dat onderwerp bezig?
Nee hoor, helemaal niet. Ik heb eerst een studie communicatiekunde gedaan, daarna ben ik autonoom schilderen gaan studeren aan de Hogeschool voor de Kunsten. Tijdens die opleiding had ik een baantje nodig en kwam ik bij de persdienst van BOVAG terecht. Na een paar jaar ben ik binnen de mobiliteitsbranche een eigen pr-bureau en een netwerkbedrijf begonnen. Maar tien jaar geleden voelde ik me daar niet happy meer bij. Ik was alleen nog maar aan het managen. Mijn netwerkbedrijf heb ik verkocht en voor de werknemers van het pr-bureau heb ik een sociaal plan betaald. Zo heb ik de vrijheid gekocht om mijn eigen verhalen te kunnen vertellen. Ik heb een camera aangeschaft en ben on the job het filmvak gaan ontdekken en leren.

Wat was voor jou het moment waarop duurzaamheid belangrijk werd?
Dat was een jaar of zes geleden. Ik lag op de bank met een fles cola en een zak chips, op tv zag ik dat het mis ging met de wereld en ik werd er helemaal down van. Het is een verloren zaak, dacht ik, en er is niets dat ik kan doen. Maar toen zei iemand tegen me: ‘Jij bent toch filmmaker? Waarom ga je niet met je camera op onderzoek uit? Dat ben ik gaan doen. Eigenlijk ben ik een zoektocht begonnen naar wat je zelf kunt doen als je duurzamer wilt wonen en leven. En dan vooral: wat kun je doen zonder dat het je hele leven op zijn kop zet. Ik ben half Antilliaans en ik vind het erg belangrijk dat ik kan blijven genieten. Daar komt bij dat ik geen al te dikke portemonnee heb, dus ook wat dat betreft moest het passen. Die zoektocht werd uiteindelijk een film, Green Tales Of A City. Vervolgens bedacht ik Green Make Over, een woon- en lifestyle-tv-programma met tips en tools voor klimaatprutsers zoals ik. Voor die serie heb ik zelf zendtijd ingekocht bij SBS.

In die film en in de tv-serie zien we wat verschillende huishoudens doen om duurzamer te worden. Wat doe je in je eigen woning?
‘Dat is begonnen met hele kleine dingen. Minder water in de waterkoker als je één kop thee gaat zetten. Een deksel op de pan wanneer je eieren kookt. Daarna ben ik naar de slimmere dingen gaan kijken. Een deurdranger, zodat ik geen ruzie meer heb met mijn dochters, die áltijd de deur open laten staan. Ventilatoren op de radiatoren, waardoor het sneller warm wordt. Ik heb ook een douchetimer gekocht, een soort stoplichtje dat de eerste vijf minuten groen is en daarna blauw en rood wordt. Dat werkt voor de kinderen heel goed, maar voor mezelf ook. Het waren eerst eigenlijk alleen maar dingen die helemaal geen moeite kosten, maar je wel helpen. Later, toen ik met Green Make Over bezig was, kwam ik ook bij de grotere maatregelen terecht. In veel woningen lekt veel warmte weg via de vloer. Ik ben in tientallen kruipruimtes geweest en daar is veel winst te behalen. Dus bij mij thuis heb ik ook de vloer laten isoleren. Zo heb ik steeds gekeken wat er kon, binnen mijn financiële mogelijkheden. Dat betekent dus ook dat sommige dingen níét kunnen. Een warmtepomp is niet logisch, omdat ik stadsverwarming heb. En voor zonnepanelen is geen plek.’ 

Staat je hele leven nu in het teken van duurzaam en energiezuinig wonen? 
‘Welnee! Als het over klimaat en verduurzaming gaat, zeg ik steeds tegen mezelf dat ik vooral geen zuur mens wil worden. Het gaat ook helemaal niet over links of rechts. Als we willen dat er nog een goed leven mogelijk blijft, moeten we dingen anders gaan doen, zo simpel is het. De film Green Tales Of The City is nationaal en internationaal heel goed ontvangen, omdat het vooral een positief verhaal vertelt. De focus ligt niet op hoe erg het allemaal is, maar op wat we wél kunnen doen.’

Je bent energie-expert bij MilieuCentraal. Wat zijn vanuit die achtergrond je belangrijkste besparingstips?
1. Verwarm niet je hele huis. Laat je de verwarming op de slaapverdieping helemaal uit, dan bespaar je jaarlijks zo'n 180 euro (bij een hoge gasprijs) of 75 euro op de lange termijn.

2. Zet de thermostaat als je thuis bent niet hoger dan 19 graden. Daarmee bespaar je jaarlijks 370 euro (hoge gasprijs) of 150 euro (lange termijn). Als je bezig bent in huis, is 19 graden vaak warm genoeg. Staat je verwarming al op 19 graden? Probeer of hij nog een graadje lager kan.

3. Zet de thermostaat 's nachts op 15 graden. Daarmee bespaar je 130 euro per jaar (hoge gasprijs) of 45 euro (lange termijn). Bij vloerverwarming kun je de thermostaat beter op 17 of 18 graden zetten, anders duurt het opwarmen te lang.

4. Is er overdag niemand thuis, dan kan de thermostaat ook op 15 graden blijven staan. Doe je dat vier dagen in de week, dan is de jaarlijkse besparing zo'n 250 euro (hoge gasprijs) of 100 euro (lange termijn). Ook overdag is het bij vloerverwarming beter om de thermostaat op 17 of 18 graden te laten staan.

Wilt u duurzaam gluren bij andere bekende buren? Kijk ook eens naar de energiezuinige keuzes van Remeha algemeen directeur Arthur van Schayk, presentatrice Chimène van Oosterhout en voorzitter van brancheorganisatie Techniek Nederland Doekle Terpstra.