Mijn advies is om de warmtepomp te plaatsen op een massieve, vlakke ondergrond, bijvoorbeeld op grindtegels of beton. Met trillingsdempers of een stevige, met rubber gevoerde voet, kan het geluidsniveau verder verlagen. Een beugel aan de buitengevel werkt ook prima. Plaats de buitenunit van de warmtepomp in een vrije ruimte of tegen een rechte wand. Het beste is om de uitblaasopening van de buitenunit op minimaal tien meter afstand van een tegenoverliggende muur te plaatsen. Een heg is geen probleem, die zal het geluid juist absorberen. Blijf verder als het even kan uit de buurt van ramen of deuren die regelmatig openstaan.
Plaats de warmtepomp niet in de buurt van een warmtebron, bij brandbare materialen, bij de uitmonding van een ventilatiesysteem of dichtbij bladverliezende bomen en planten.
Vermijd daarnaast dat de warmtepomp direct in de richting blaast van de overheersende windrichting. De warmtepomp moet het condenswater goed kunnen afvoeren, om invriezing te voorkomen.
Vindt u geen geschikte plek op de begane grond? Denk dan eens aan een plat dak of een dakkapel. Daarbij moet u er natuurlijk wél op letten dat de ondergrond sterk genoeg is en veilig bereikbaar is voor service en onderhoud.