De meeste traditionele cv-ketels op aardgas verwarmen het water in de leidingen en radiatoren tot een temperatuur van 70 of 80 graden. Zo’n verwarmingssysteem noemen we hogetemperatuurverwarming.
Er wordt gewerkt aan een hoge-temperatuur-warmtepomp, maar bij de meeste warmtepompen is de afgiftetemperatuur lager, namelijk 25 tot 50 graden. Dat noemen we lagetemperatuurverwarming. Een cv die is aangesloten op een warmtenet (stadswarmte) kan hogetemperatuurverwarming zijn, maar er zijn ook warmtenetten die het water in het afgiftesysteem (leidingen, radiatoren en/of vloerverwarming) op een lage temperatuur aanvoeren.